Weimar

Op 13 februari 2023, over deze onderwerpen: Opinie

Weimar is het Duitse stadje waar op 11 augustus 1919 de nieuwe Duitse grondwet werd gestemd die het Duitse Rijk definitief omvormde van een parlementaire monarchie tot een republiek.

We gebruiken het woord Weimar vandaag voornamelijk om de Duitse democratische regeerperiode aan te duiden van 1919 tot 1933, dat laatste het tijdstip waarop de macht werd overgenomen door Hitler, wat meteen het einde betekende van de democratie in Duitsland. Deze democratie werd pas hersteld na de tweede wereldoorlog in wat we toen noemden West-Duitsland, want in Oost-Duitsland werd het nationaal-socialisme vervangen door het totalitaire communisme, wat op zijn beurt ten val kwam, samen met de Berlijnse muur, in 1989.

Onze voorzitter, Bart De Wever, spreekt deze dagen vaak over een Weimarmoment om de huidige  politieke situatie te duiden en dat wordt hem vanuit andere politieke partijen en een deel van de media erg kwalijk genomen.

Onlangs was ik op een voordracht door professor Mark Elchardus en hij vond dat Bart De Wever het bij het rechte eind had. Hij verdedigde daarbij zijn mening door te stellen dat de geschiedenis zich wel herhaalt maar nooit op exact dezelfde manier. Met andere woorden, wij beleven inderdaad een politiek Weimarmoment en er zal iets gebeuren, maar dat behoeft niet opnieuw een fascistische staatsgreep te worden zoals in 1933.

Laat ons daarover eens filosoferen en misschien beginnen met een klein stukje geschiedkundige opfrissing.

Duitsland na 1918

Het laatste oorlogsjaar van wereldoorlog I was ook binnen Duitsland een bijzonder turbulente periode. Door de Britse blokkade was het land afgesloten van de internationale handelsaanvoer en was er niet alleen een gebrek aan grondstoffen maar ook aan voedsel. Duitse burgers stierven de hongerdood en er ontstonden onlusten, die ook werden geïnspireerd door de Russische revolutie van 1917. Twee dagen voor de Wapenstilstand van 11 november 1918 was er ondermeer de novemberrevolutie, voornamelijk georkestreerd door socialisten en communisten, waarbij de keizer werd afgezet en vervangen door een republiek onder leiding van een sociaal-democraat.

De nieuwe Duitse bestuurders hadden gehoopt dat het finale vredesakkoord zou beslist worden op basis van het vredesvoorstel van de Amerikaanse president Wilson. Dit bleek ijdele hoop. Het Verdrag van Versailles dat in 1919 tot stand kwam onder voornamelijk een op weerwraak belust Frankrijk, was een regelrechte catastrofe. Duitsland werd sociaal-economisch kapot gemaakt en opgezadeld met een onhaalbare te betalen oorlogsschuld. Het resultaat was een hyperinflatie en een torenhoge werkloosheid. De regering zag zich verplicht om een nieuwe munt in te voeren waarbij een nieuwe Duitse mark gelijk was aan 20 miljard oude Duitse mark. Dit was dus wel iets anders dan de 10% inflatie waarmee wij vandaag te maken hebben.

Tussen 1919 en 1923 probeerden de communisten regelmatig de macht te grijpen zoals tijdens de Hamburgse opstand in 1923 en voerden daarbij voortdurend strijd tegen de socialisten en zeker tegen het opkomende nationaal-socialisme. Tussen 1923 en 1929 werd het een klein beetje rustiger maar met de economische crisis die overwaaide vanuit de Verenigde Staten groeiden opnieuw de problemen en de onvrede van de bevolking, een situatie waarvan Hitler met zijn NSDAP (Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij)  gebruik maakte om de macht te grijpen. Duitsland viel ten prooi aan een dictatuur die zou leiden tot een nieuwe wereldoorlog en een etnische politiek die met de Holocaust één van de meest zwarte bladzijden van de wereldgeschiedenis schreef.

We mogen ons gelukkig prijzen dat na de tweede wereldoorlog, niet Frankrijk, maar de VS het initiatief nam en via het Marshallplan de gelegenheid creëerde voor de Duitse wederopbouw en het economische succes dat wij nadien het Wirtschaffswunder zijn gaan noemen.  Vrede bouw je niet op basis van wraak en sociaal-economische vernietiging. 

Het Weimarmoment

Wat onze voorzitter, en dus ook Mark Elchardus een Weimarmoment noemen is een situatie waarbij een ‘democratisch’ bestuur niet meer bij machte is om voldoende zorg te dragen voor het welzijn en de solidariteit binnen een gemeenschap of natie en de bevolking haar vertrouwen verliest in die democratie die niet langer beschouwd wordt als de weerspiegeling van de wil en de vertegenwoordiging van het volk.

Is dit wat we vandaag meemaken?

Jammer genoeg is het antwoord ‘ja’ en dat is geen probleem van Vlaams Nationalisten in België maar een Europees probleem. 

Volgens professor Elchardus heeft onderzoek in meerdere Europese lidstaten een zorgbarend resultaat getoond. Bij bevragingen beweert 70% van de deelnemers het eens te zijn met de standpunten: “De democratie werkt niet meer goed” en “Het is wenselijk dat een meer autoritair regime met een sterke leider overneemt”. Dit is absoluut reden tot bezorgdheid.

Het vertrouwen neemt bovendien af. Zo bleek in een onderzoek in 2012 dat een meerderheid van de bevraagden overtuigd was dat de toekomst ongunstig zou zijn. Klimaatrampen, werkloosheid, migratie zouden een rem zijn op welvaart en sociale zekerheid, maar jongere deelnemers waren nog steeds overtuigd dat zijzelf daar zonder veel kleerscheuren zouden uitkomen. Men noemde dat “Het gaat slecht met ons, maar goed met mij” syndroom. Tien jaar later zien jongeren blijkbaar ook hun eigen toekomst niet meer zo voorspoedig in en noemt men de situatie ‘Het gaat slecht met ons en ook met mij”.

Van waar komt dat negativisme?

Dit is het gevolg van meerdere oorzaken die zowel te maken hebben met de nationale politiek als met de Europese.

De Europese gedachte was bij de oorsprong ‘nooit meer oorlog door betere samenwerking en betere handelsrelaties’. Daarmee werd gestart via de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, afgekort als EGKS en later uitgebreid tot de Europese Economische Gemeenschap, EEG. Beide organisaties leverden positieve resultaten en inderdaad de relaties tussen de grote Europese naties verbeterden en het oorlogsgevaar nam af. Vergeet daarbij niet dat Italië en Duitsland, trouwens net zoals Japan in het verre Oosten, na de oorlog een grondwet werden opgelegd, die ook zorgde voor pacificatie.

Toen de EEG, Europese Unie (EU) werd begon ook de verschuiving van een zuiver handelsakkoord naar meer integratie van politieke doelstellingen waarbij de invoer van een Europese munt een katalysator moest zijn. Dat werd geen absoluut succes. Lidstaten verloren een deel van hun soevereiniteit, zonder dat de bevolking daarover inspraak had, en de Europese Raad en Commissie werden instellingen met behoorlijk veel macht zonder veel democratisch gehalte. Regelmatig werd bovendien duidelijk dat deze instellingen heel wat regels oplegden zonder veel draagkracht bij de bevolking en anderzijds niet in staat waren om op een adequate manier gevolg te geven aan de verwachtingen van diezelfde bevolking. Migratie en asiel zijn daar erg pijnlijke voorbeelden van.

Nationale regeringen werden vaak verplicht hun beleid af te stemmen op Europese regels, die niet steeds compatibel waren met hun eigen partijprogramma, waardoor bij de bevolking het vertrouwen in de eigen politici achteruit ging.

Een element dat we daarbij niet mogen vergeten is wat Mark Elchardus de ‘juristocratie’ noemt.

In België hebben we naast onze rechtbanken, een Grondwettelijk Hof en een Raad van State, en op Europees niveau hebben we het Europees Hof van Justitie met zetel in Luxemburg en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) met zetel in Straatsburg.

De rechters van deze hoven interpreteren de wetten en vellen vervolgens vonnissen waartegen geen beroep mogelijk is. Ook de wetgevende macht is aan deze interpretaties gebonden alhoewel misschien de rechterlijke interpretatie niet helemaal overeenstemt met wat de wetgever in gedachte had. Dit schept bijzonder kwalijke situaties. Een voorbeeld hiervan is het verbod om migranten die gered worden op zee terug te brengen naar het land van waaruit hun bootje is vertrokken. Het is vast en zeker nooit de bedoeling geweest van de wetgever om ons op te zadelen met een oncontroleerbare stroom aan illegale vluchtelingen, maar dit gebeurt wel als gevolg van een uitspraak van het EHRM.

We krijgen dus in vele landen een situatie dat de bevolking niet meer het gevoel heeft dat zij via hun verkozenen besturen, maar dat er bestuurd wordt zonder rekening te houden met hun verlangens, problemen en behoeften.

In België hebben we bovendien een waar institutioneel kluwen, het gevolg van zes slechte staatshervormingen waarbij Vlaamse wensen tot meer zelfbestuur telkens werden gecompenseerd met Franstalige grendels en alarmbellen om toch maar de macht van de minderheid over de meerderheid te behouden. Wat een overgang had moeten zijn van een unitair land naar een federaal land, is een warboel geworden van gewesten, gemeenschappen en een federaal niveau met overal niet-homogene bevoegdheden waardoor besturen bijzonder moeilijk wordt.

Sommigen zien de oplossing hiervoor in een terugkeer naar het (slecht-werkende) unitair model, anderen in een zuivere splitsing van het land en nog anderen, zoals onze partij N-VA, in een nieuwe verdeling van de bevoegdheden. Over de oplossing zijn dus de meningen sterk verdeeld, maar iedereen is het er wel over eens dat het huidige systeem niet meer werkt.

Tel daarbij de oorlog in Oekraïne, het energieprobleem, het toenemende probleem van illegale migratie en asiel, en we belanden in een situatie waarbij de democratische structuren niet meer in staat zijn te voldoen aan de verwachtingen van de bevolking die op zich ook geen vertrouwen meer heeft in haar bestuurders en de democratische rechtsgang. Kortom we zijn beland in een Weimarmoment. Er moet en zal iets gebeuren maar wat?

Kunnen we de democratie redden?

Professor Elchardus ziet op dat vlak positieve signalen, en ik deel helemaal zijn standpunt. We moeten de democratie redden. Wie mij volgt op Twitter (@danyvanleeuw) kent mijn leuze: “Een toekomstvisie bouw je met kennis van het verleden en met een innovatieve blik op het heden.” en de geschiedenis barst van de voorbeelden die we niet mogen volgen.

De Franse Revolutie, een mijlpaal in de geschiedenis, begon in 1789 en kende vervolgens tien onstuimige jaren, alvorens Napoleon Bonaparte in 1799 de revolutie ten einde verklaarde en begon met de opbouw van een stevig georganiseerd Frankrijk op basis van de verlichtingswaarden ‘vrijheid’ en ‘gelijkheid’. Het werd niet dadelijk een republiek zoals we die vandaag kennen, maar het was een innovatieve breuk met de voorgaande tien jaren.

Als we vandaag objectief kijken naar die eerste jaren van de Franse revolutie, dan zien we bewonderenswaardige initiatieven, zoals ‘Rechten van de Mens’, een civiele grondwet, algemeen stemrecht, afschaffing van de slavernij, godsdienstvrijheid, maar we zien ook perioden van enorme terreur jegens andersdenkenden, een voortdurende instabiliteit bij de zoektocht naar de juiste evenwichten tussen vrijheid en gelijkheid, waarbij beide waarden voortdurend andere invullingen kregen.

We moeten dus uitkijken dat we niet een ongewenste toestand vervangen door chaos en we moeten steeds bedacht zijn op figuren en ideologieën die hervormingen misbruiken uit eigenbelang of om iets door te drukken dat in strijd is met het algemeen belang.

Volkssoevereiniteit vergt een gemeenschap die normen, waarden, plichten en rechten deelt en een gemeenschap heeft nood aan een identiteit. Het is geen groep individuen die toevallig samen zijn, maar mensen die zich in elkaar herkennen.

Een gemeenschap met een eigen identiteit is dan ook de basis waarop een democratie kan gebouwd worden en in dit land is dat voor ons de Vlaamse gemeenschap. België is er nooit in geslaagd om een gemeenschappelijke identiteit te ontwikkelen en daardoor zijn Belgen als je ze in het buitenland ontmoet steeds Vlamingen of Walen, een situatie die met andere nationaliteiten zoals Fransen of Nederlanders nooit het geval is. Onderschat trouwens niet de kracht van de Waalse identiteit, die is vaak sterker dan bij de huidige jonge Vlamingen.

Wat zijn de grootste gevaren voor onze democratie?

Volgens Mark Elchardus zit een eerste gevaar binnen het islamistisch fundamentalisme. Dat zijn mensen die niet wensen te integreren omdat ze onze normen en waarden verwerpen en willen vervangen door hun religieus fundamentalisme. Deze groep is eerder klein en hun invloed is niet overweldigend omdat ook binnen de moslimgemeenschap de meerderheid liever wil leven met Westerse vrijheid dan met de beperkingen van een religieus fanatisme.

Een tweede, en ditmaal een groter gevaar ziet Elchardus in de woke ontwikkeling omdat het reeds behoorlijk ingang gevonden heeft binnen de academische wereld en in de redacties van onze media. Woke beknot de vrije meningsuiting en daardoor ook de waarden van de Verlichting en dient met kracht bestreden te worden.

Wie de geschiedenis van de Franse revolutie erop naleest weet dat de eerste terreur, onder Robespierre, ook een totale onderdrukking nastreefde van de vrije meningsuiting. De enige aanvaardbare mening was die van de Montagnards, waarvan Robespierre de woordvoerder was en wie anders dacht vond snel de weg naar de guillotine. De terreur was dermate dat er een tegenreactie kwam, en nadat Robespierre zelf het hoofd verloor op de machine des doods, was het volgende schrikbewind er eentje tegen zijn volgelingen.

Vrije meningsuiting is een fundamenteel recht en een absolute waarde van de Verlichting dat we nooit mogen laten afbouwen. We kunnen ook nooit een constructief politiek debat houden in een parlement of raad, indien we enkel goedgekeurde meningen mogen verkondigen.

Maar ook inzake woke zien we recent gunstige ontwikkelingen en we mogen hopen dat onze democratische traditie sterker is dan de overtuiging van een minderheid die ons wil herleiden tot daders en slachtoffers die nog enkel aanvaardbare (gezuiverde) meningen mogen hebben.

De voorbije week is er ook op Europees niveau een eerste stap gezet inzake een andere asiel- en migratiepolitiek, en ook dat is positief nieuws. Indien we de juiste richting uitgaan, kunnen we een migratiebeleid gaan voeren in plaats van migratie te ondergaan, en binnen dat beleid hoort ook integratie. Migranten onze taal leren en hen aantonen dat onze normen en waarden ook voor hen vooruitgang betekenen, en dat de wijze waarop woke onze cultuur voorstelt volkomen verkeerd en onterecht is, faciliteert integratie. Ook bestaat er nog te veel binnen de migrantengemeenschappen segregatie, vaak in de vorm dat huwelijkspartners steeds gehaald worden in het thuisland. Als deze segregatie verdwijnt kunnen we meer komen tot een echte multiculturele samenleving waar normen en waarden worden gedeeld binnen een Vlaamse gemeenschap in plaats van naast elkaar te leven als autochtonen en allochtonen.

En wat met de juristocratie?

Ook hier voorziet Mark Elchardus een mogelijke oplossing die even eenvoudig als evident is.

We moeten hoe dan ook een scheiding behouden tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht. Maar het laatste woord inzake hogere hoven zou niet bij dat hof mogen liggen maar zou een prerogatief moeten blijven van de wetgevende macht. Dit betekent dat indien een hof zoals het EHRM een vonnis velt met een interpretatie waarmee de wetgever niet akkoord gaat, dat het parlement met bijvoorbeeld een tweederde meerderheid dat vonnis ongeldig kan verklaren. En op zich is dat logisch, de democratie kan niet worden onderworpen aan een rechterlijke uitspraak waarvan de volksvertegenwoordiging overtuigd is dat het om een foutieve interpretatie gaat van de wet.

Ten slotte is de enorme versnippering van het politieke landschap een element dat niet bijdraagt tot meer vertrouwen.

De Belgische federale regering is samengesteld uit zeven partijen die een regeerakkoord gemaakt hebben dat zo vaag is dat iedereen die meespeelt er zich kan in vinden. De enige uitzondering hierop was misschien de kernuitstap, maar die is inmiddels door omstandigheden achterhaald, zodat ook Ecolo/Groen deze trofee niet kan verzilveren. Wat moet de kiezer die voor één van die zeven partijen gestemd heeft nu denken? Krijgt die datgene waar die voor gekozen heeft?

In Nederland zijn, denk ik, vandaag 38 partijen actief. Kan u zich inbeelden dat men op een bepaald moment een coalitie zou moeten maken met 20 partijen om tot een meerderheid te komen?

Besluit

We bevinden ons ongetwijfeld in een precaire periode waarbij onze democratische besturen het moeilijk hebben om het hoofd te bieden aan alle interne en externe moeilijkheden en waarbij de bevolking het vertrouwen verliest in die democratie en de politici die hen vertegenwoordigen.

Dit is zonder meer een situatie die we een Weimarmoment kunnen noemen.

Maar er zijn oplossingen en tegen sommige gevaren zien we stilaan wat reactie komen.

De kiezer zal, hoe moeilijk ook, toch op een bepaald moment vertrouwen moeten geven aan een politieke partij waarvan hij/zij gelooft dat ze een oplossing kunnen bieden.

De partijen zullen ook effectief aan oplossingen moeten werken en niet enkel denken in termen van electoraal succes en mandaten voor hun politiek personeel. Daarbij zal out of the box denken ook noodzakelijk zijn om te kunnen wegstappen van weerspannige beperkingen.

Ook het kiessysteem moet worden onder de loep genomen, zodat het voor de kiezer opnieuw duidelijk wordt voor wat die kiest en dat die ook krijgt waarvoor er gekozen is. Na een legislatuur moet de kiezer kunnen evalueren of de gekozen partij goed werk heeft gepresteerd of niet. Wordt het opnieuw vertrouwen geven aan dezelfde, of ‘andere en betere’?

Onze partij heeft troeven. Wij zijn niet gebonden aan zuilen en belangengroepen. Wij hebben een duidelijk voorstel om uit het institutionele kluwen te komen. Onze Vlaamse Regering, onder leiding van de N-VA, durft moeilijke dossiers aan te pakken en krijgt wel op die aanpak kritiek maar niet altijd terecht. Extra-legale aanpak van een hervorming behoort tot innovatief durven denken.

We staan er dus niet slecht voor maar we moeten nog iets vinden om de kiezer op emotie aan te spreken, want verkiezingen win je niet met argumenten maar met emotie.

Op naar 2024!

Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is