De ultieme staatshervorming?

Op 23 mei 2023, over deze onderwerpen: Opinie

Beste lezer,

We hebben in dit land al wel eens vaker verkiezingen gehad die men ‘de moeder aller verkiezingen’ noemde. In 2024 komt er alweer zo eentje aan, tenzij wij uiteraard iets eerder naar de stembus worden uitgenodigd.

Het laat geen twijfel dat de komende stemming uitermate belangrijk is en onze partij heeft al heel duidelijk gesteld dat er enkel te onderhandelen valt over het confederalisme, eventueel in combinatie met een voorlopig beperkt kernkabinet dat dadelijk de hoogstnoodzakelijke maatregelen moet treffen om het land en zijn inwoners te behoeden voor de enorme financiële kater die dreigt.

Over die kater hebt u ongetwijfeld al heel veel gelezen en/of gehoord en indien niet, kunt u best eens surfen naar onze nationale website waar u kunt onderduiken in cijfers die u de stuipen op het lijf jagen.

Alhoewel sommigen het zonlicht blijven ontkennen en beweren dat dit land geen behoefte heeft aan een volgende staatshervorming, wil ik in deze bijdrage graag met u een korte rondleiding houden en aantonen dat enkel een fundamentele hervorming, noem het de ultieme staatshervorming, de welvaart en de sociale zekerheid van ons, Vlamingen, veilig kan stellen. Laat ons misschien beginnen met een korte bloemlezing van data die aantonen dat de niet-Vlamingen enorm hun best hebben gedaan, sedert 1830, om de Vlamingen aan Franstalige grillen te onderwerpen.

De revolutie van 1830 had niets ‘Belgisch’ maar was een door Frankrijk georganiseerde opstand om het gebied tussen het huidige Nederland en Frankrijk te onttrekken aan de Nederlandse invloed en er opnieuw op z’n minst een pro-Frankrijk regio van te maken zoals in de periode na de Franse revolutie en voor Waterloo.

Op 26 november 1830 werd het Frans tot enige wettelijke taal uitgeroepen in het nieuwe koninkrijk Belgique. Het zal heel wat Vlaamse strijd kosten vooraleer pas in 1898 de gelijkheidswet wordt gestemd die het Nederlands als tweede taal erkent. Het zal opnieuw 32 jaar duren alvorens het Nederlands wordt toegelaten als voertaal in de Gentse universiteit in 1930. De universiteit van Gent was in 1817 opgericht door Willem I met Latijn als voertaal zoals dat in die tijd gangbaar was, maar werd zeer snel verfranst onder Belgische heerschappij, waarbij het aantal studenten sterk terugliep, mede doordat de faculteiten Letteren en Wetenschappen werden afgevoerd.

In 1950 werden de grote verschillen tussen Vlamingen en Walen bijzonder sterk duidelijk tijdens de Koningskwestie en dit herhaalde zich in 1960 met de eenheidswet van Gaston Eyskens waarbij in Wallonië zware stakingen losbraken, samen met een sterke regionalistische beweging. In beide gevallen haalde de Waalse minderheid het van de Vlaamse meerderheid.

Pas in 1963 werd de huidige taalgrens vastgelegd waardoor er een einde kwam aan de onrechtmatige taaltellingen die enkel tot doel hadden de Franstalige invloed uit te breiden. Het zou duren tot 1967 alvorens er een wettelijke Nederlandse versie kwam van de Belgische grondwet, voorheen was enkel de Franse versie rechtsgeldig.

De studentenonlusten van 1968, die in Vlaanderen veel minder een linkse opstand waren, maar een strijd tegen de verfransing van Leuven, en de poging van de niet-Vlamingen om een corridor te creëren van Wallonië via Brussel naar Leuven, leidde uiteindelijk tot ‘Leuven Vlaams’ en de verplaatsing van de Franstalige faculteit naar Louvain-la-Neuve. Dit werd bij wet bekrachtigd in 1970 en was onderdeel van de eerste staatshervorming.

De eerste staatshervorming in 1970 onder Gaston Eyskens

We zullen in de verdere teksten aantonen dat iedere staatshervorming in België een miskleun was, maar laat ons beginnen bij de eerste.

Onder premier Eyskens werd België niet hervormd tot een federale staat, maar werd een poging ondernomen om enkele prangende taalproblemen op te lossen. Hiervoor bedacht men voor beide taalgroepen een cultuurgemeenschap die via decreten een beperkte wetgevende macht had die ze uitvoerde vanuit het nationale parlement. De decreten werden gerealiseerd via een cultuurminister voor elke taalgemeenschap en de bevoegdheden lagen op het vlak van cultuur, de taalwetgeving, weliswaar erg beperkt, en enkele aspecten van onderwijs.

Aangezien Wallonië ook zelf bevoegdheid wenste op het sociaal economische vlak werden in de grondwet de gewesten opgenomen die later bevoegdheden zouden moeten krijgen via het artikel 107 quater. In 1974 kwamen er voorlopige gewestraden die tot in 1977 zouden bestaan.

De cultuurgemeenschappen waren vooral een Vlaams eis en daar tegenover stonden Franstalige eisen die de basis legden van waaruit later een totale blokkering zou groeien. Bij die eisen waren de pariteit in de ministerraad, de bijzondere meerderheidswetten en de alarmbelprocedure die werden vastgelegd in de grendelgrondwet, waarbij sommige wetsvoorstellen slechts mogelijk zijn mits een tweederde meerderheid en een enkelvoudige meerderheid in beide taalgroepen. In 1970 ontstond ook de Duitse cultuurgemeenschap, maar die had in vergelijking met de Nederlandstalige en Franstalige minder bevoegdheden en slechts een adviserende rol, terwijl de leden wel (vanaf 1974) rechtstreeks werden verkozen.

Het Egmontpact in 1977

In 1977 werd er onder Tindemans opnieuw geprobeerd een volgende staatshervorming door te voeren en hier zien we reeds zeer goed de institutionele kwakkel ontstaan. De drie taalgemeenschappen, Vlaams, Frans en Duits zouden ieder een autonome raad krijgen en een executieve, zeg maar een vorm van regering, en daarnaast zouden er ook drie gewesten ontstaan, het Vlaamse, Waalse en Brussels hoofdstedelijk gewest. De gemeenschappen zouden bevoegd worden voor de persoonsgebonden materies en de gewesten voor de plaatsgebonden materies. Ziet u de complexiteit komen? En de bijhorende postjes?

Bovendien zouden de Franstaligen in de Brusselse rand uitgebreide faciliteiten krijgen, zouden het parlement en de senaat worden omgevormd, zouden er provinciale bevoegdheden verdwijnen maar zouden, bovenop de provincies er nog 25 subgewesten ontstaan.

De ongebreidelde uitbreiding van de Franstalige faciliteiten in de Vlaamse rand rond Brussel, was echter een brug te ver en het akkoord werd nooit goedgekeurd. De weigering van de Franstaligen om een aantal elementen opnieuw te onderhandelen leidde uiteindelijk tot de val van de regering Tindemans (“Voor mij is de grondwet geen vodje papier”).

Binnen de Volksunie scheidde de radicale vleugel zich af en ontstonden er twee nieuwe partijen, de Vlaams Nationale partij onder Karel Dillen, en de Vlaamse Volkspartij onder Lode Claes, die later zouden samensmelten tot Vlaams Blok.

De tweede staatshervorming in 1980 onder Wilfried Martens

Wilfried Martens, de man van negen regeringen, had er op zich al drie nodig om tot de tweede staatshervorming te komen, een hervorming die we soms de ‘unionistische federale’ hervorming noemen. Er werden wel stappen gezet naar een federale hervorming, maar de federale kern behield toch heel stevig de macht.

Twee van de drie eerder aangekondigde gewesten werden nu in het leven geroepen, Het Vlaamse en Waalse gewest, Brussel zou moeten wachten tot de derde staatshervorming alvorens het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou worden geactiveerd. Gemeenschappen en gewesten krijgen wetgevende macht via decreten en daarom ontstaan de raden en de executieven, die pas later in 1993 de naam ‘parlement’ en ‘regering’ zullen krijgen. In Vlaanderen worden de gemeenschap en het gewest samengevoegd maar in Wallonië geeft men de voorkeur aan meer postjes en blijven beiden onafhankelijk naast elkaar bestaan.

Opnieuw worden de Franstalige belangen en zeker hun greep op het landsbestuur verstevigd via een uitbreiding van de alarmbelprocedure en de invoering van de Pacificatiewet in 1988 die de communautaire problemen in de faciliteitengemeenten moet ‘oplossen’.

De derde staatshervorming in 1988-1989

Nog steeds onder het premierschap van Wilfried Martens werd de derde staatshervorming ingezet. België zat in een erg moeilijk parket met economische problemen die leiden tot een devaluatie van de Belgische frank in 1982 en met een communautair probleem in Voeren dat zelfs in 1987 de val van één van de regeringen Martens tot gevolg had.

Eén van de grootste miskleunen, het Brussels Hoofdstedelijk gewest werd er boven de doopvond gehouden met daarin wel beschermende maatregelen voor de Brusselse Vlaamstalige minderheid, waaronder pariteit binnen de Brusselse regering en een alarmbelprocedure, maar ook taalwetten die door de niet-Vlamingen in Brussel nooit zouden nageleefd worden.

Bijna het gehele onderwijs wordt overgeheveld naar de gemeenschappen, maar er komt een uitbreiding van de bevoegdheden van het Arbitragehof dat decreten kan toetsen aan een aantal artikels van de grondwet. Samenwerkingsakkoorden tussen entiteiten worden wettelijk verankerd, en we zien dus het institutionele kluwen groeien en steeds complexer worden.

Het zou ons te ver leiden om hier een volledig overzicht te maken van alle bevoegdheden die van het federale niveau naar de gewesten of de gemeenschappen gaan, maar het dient wel opgemerkt dat het steeds gaat over gedeeltelijke bevoegdheden met meestal een aantal uitzonderingen. Deze versnippering zal tot op vandaag aanleiding zijn van moeilijkheden tussen enerzijds de beleidsvisies binnen de gewesten en gemeenschappen en anderzijds het federale niveau.

De vierde staatshervorming onder Jean-Luc Dehaene in 1993

Op 29 september 1992 wordt in de regering Dehaene een akkoord gesloten tussen CVP/PSC en SP/PS dat we ook kennen als het Sint-Michielsakkoord. Pas in 1993 zal dit akkoord finaal worden bekrachtigd waardoor België officieel een federaal statuut krijgt in de grondwet.

Om dit finaal akkoord te bekomen dient er een, voor de Franstalige gemeenschap, veel gunstiger financieringswet te worden aanvaard en komt er een milieutaks om de groene partijen te paaien. De provincie Brabant wordt opgesplitst in Vlaams- en Waals Brabant (behalve het kiesarrondissement Bussel-Halle-Vilvoorde), terwijl Brussel provincieloos wordt maar toch een gouverneur krijgt, die tot op vandaag bestaat alhoewel de functie al jaren geleden werd opgedoekt. Het federale parlement en de senaat worden hervormd en de volksvertegenwoordigers van de gemeenschappen en de gewesten worden rechtstreeks verkozen.

Vlaanderen en Wallonië krijgen een beperkte grondwetgevende bevoegdheid maar binnen de perken van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen, hetgeen we kennen als Constitutieve Autonomie. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kreeg deze CA echter niet, evenmin als de Duitse Gemeenschap en het BHG.

De deelstaten krijgen ook een verregaande bevoegdheid om verdragen te sluiten binnen hun zelden homogene bevoegdheden en mogen aan exportpromotie doen. Dit, beste lezer, zijn veel mooie woorden, maar ziet u de complexiteit, die we soms oneerbiedig ‘koterij’ noemen, groeien?

De vijfde staatshervorming onder Guy Verhofstadt in 2001 - 2003

Deze staatshervorming, die we ook kennen als Lambermonthervorming gebeurde niet via de grondwet, maar via bijzondere wetten.

Opnieuw werden een aantal (versnipperde) bevoegdheden overgeheveld van het federale naar de deelstaten. Daaronder waren ondermeer buitenlandse handel, landbouw en het toezicht op de lokale besturen.

In Brussel werd er tot een aantal hervormingen beslist omdat men bang was dat Vlaams Belang (voorheen Vlaams Blok) zou kunnen zorgen voor bestuursblokkeringen.

De dotaties naar de gemeenschappen werden verhoogd en de deelstaten mochten een deel van de belastingen zelf innen. Als gevolg van dat laatste ontstond bijvoorbeeld de Vlaamse Belastingsdienst.

Ook politiek had deze staatshervorming gevolgen. De CVP (nu CD&V) voelde zich verraden door de PSC (nu Les Engagés) en de relatie koelde stevig af, en voor de Volksunie was dit de doodsteek, wat restte van de partij werd onder impuls van Geert Bourgeois, de Nieuw-Vlaamse Alliantie.

Iedere politicoloog die deze staatshervorming bestudeert, komt tot de conclusie dat de resultaten van die aard waren dat een volgende noodzakelijke hervorming meteen al in de steigers stond. Doordat Verhofstadt de kiesdistricten wijzigde van gerechtelijke arrondissementen naar provincies ontstond ondermeer een grondwettelijk probleem met Brussel-Halle Vilvoorde dat moest gesplitst worden. Het zou tien jaar duren en een stevige verwittiging van het Arbitragehof voordat dit effectief gebeurde. Het was eigenlijk een probleem dat reeds ontstond in 1963 bij het vastleggen van de taalgrens, maar waar, door de Franstalige koppige arrogantie, geen oplossing kon worden aan gegeven tot het Arbitragehof ermee dreigde de volgende verkiezingen onwettig te verklaren.

De zesde staatshervorming in 2011-2012 onder Elio Di Rupo

Tussen de vijfde en de zesde hervorming (het Vlinderakkoord) zat een politiek zeer onrustige periode en een internationale bankencrash. Er waren korte regeringen van Leterme, Van Rompuy en opnieuw Leterme tussen 2008 en 2010 en een formatieberaad dat 541 dagen duurde alvorens na de verkiezingen van 2010 de regering Di Rupo van start kon gaan.

In dit Vlinderakkoord werd het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde gesplitst om conform te zijn met de grondwettelijke voorschriften inzake verkiezingen. Er kwam ook een splitsing op het vlak van justitie, maar ook hier werden opnieuw de Franstaligen in die mate bevoordeeld, dat er een tussenkomst noodzakelijk was van het Grondwettelijk Hof maar nooit tot een situatie leidde waar Vlaanderen zich unaniem akkoord mee kon verklaren.

Ook op het vlak van keuze werden er opnieuw toegevingen gedaan waarbij Franstaligen zich kunnen inschrijven op Brusselse kieslijsten, en geschillen in de facilteitengemeenten kunnen voortaan behandeld worden door de Raad van State.

Men bedenkt ook een nieuwe koterij (met bijhorende jobs) namelijk de Hoofdstedelijke gemeenschap voor Brussel. Het Brussels Hoofdstedelijk gewest en de Duitstalige gemeenschap verkrijgen nu ook de constitutieve autonomie (zie staatshervorming nummer vier) en er wordt gekozen om voortaan alle verkiezingen (Europees, federaal en regionaal) te laten samenvallen om de vijf jaar, een kanjer van een vergissing.

In deze staatshervorming gaat men verder met het regionaliseren van bepaalde gedeeltelijke bevoegdheden, wat zoals steeds leidt tot gekke toestanden. Eén van de vele voorbeelden is het arbeidsbeleid waarbij de regio’s bevoegd worden voor de activering van werklozen, maar het normerend kader federaal blijft.

Ook de financieringswet wordt hervormd met daarin een aantal responsabiliserende maatregelen die echter niet zullen beletten dat in de loop van de volgende jaren de transfers van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië enkel toenemen.

De ultieme staatshervorming

Na deze zes hervormingen, gespreid over veertig jaar, is het Belgische institutionele kluwen een draak waar zelfs de grondwetspecialisten in onze universiteiten het niet helemaal eens zijn over de precieze werking. Over alle kunstgrepen die de Franstaligen bedachten om toch maar de macht bij de minderheid te behouden schreven Vuye en Wouters een boek, ‘Sleutels tot ontgrendeling’ en over hun pogingen om de Vlaamse stad Brussel, hoofdstad van Vlaanderen, te verfransen en in te palmen, schreven dezelfde auteurs ‘Vlaanderen voltooid, met of zonder Brussel’.

Het vormen van een federale regering is bijzonder moeilijk en leidt tot afschuwelijke kluchten zoals de huidige Vivaldiregering, een soort ‘allen tegen de twee grootste Vlaamse (en zelfs Belgische) partijen’. Asymmetrische coalities betekenen voor de deelnemende partijen constant koorddansen omdat de belangen van de regio en het federale vaak botsen binnen de versnipperde bevoegdheden.

Er is een fundamenteel verschil tussen de Vlaamse visie in gezond financieel beheer en welvaartscreatie met rechten en plichten en het Franstalige verspilbeleid op basis van maximale uitkeringen met rechten en zo weinig mogelijk plichten. Het is ook het verschil tussen ‘werken als de beste preventie tegen armoede’ en ‘het geld halen bij de rijken’. Het is eveneens het verschil tussen ‘een gestuurd migratie- en een humaan asielbeleid’ en ‘een opengrenzenbeleid’. De financiële toestand van Wallonië, Brussel, de Franse gemeenschap en als gevolg daarvan de Belgische schulden en tekorten zijn ronduit angstaanjagend. Vlaanderen dat al 190 jaar de rekeningen betaalt en zeker de laatste 40 jaar het land nog overeind houdt, kan dit niet onbeperkt volhouden.

De Vlaamse politici zijn het aan onze burgers verplicht om hun welvaart en sociale zekerheid te vrijwaren. Gewoon verder doen met Vivaldi-avonturen is schuldig verzuim. Onze partij biedt een oplossing aan onder de vorm van confederalisme. We moeten geen debat houden over de naam op zich, het voorstel is een ultieme staatshervorming op basis van twee gemeenschappen die autonoom hun beleid bepalen en er de financiële verantwoordelijkheid voor dragen. Samen beslissen we nog wat we federaal willen aansturen, en er is ruimte voor een tijdelijke en degressieve solidariteit van Vlaanderen naar Wallonië.

We willen niet verder doen met de huidige koterij, we willen geen vier gewesten, we geven Brussel als Vlaamse hoofdstad niet op en we willen zeker geen bevoegdheden opnieuw afstaan aan het federale niveau. Het is een duidelijk voorstel waar zeker over punten en komma’s kan worden onderhandeld en het is een uitgestoken hand om in overleg het probleem België op te lossen. Tot hiertoe horen we van over de taalgrens slechts ‘non’, en dat zijn we gewend. Voor iedere staatshervorming waren de Walen ‘demandeur de rien’ en uiteindelijk kwamen er toch hervormingen, zij het halfbakken en met veel teveel toegevingen inzake alle soorten protectionisme voor de Franstaligen.

De tijd en de situatie is nu dermate dat ze ofwel ‘ja’ zeggen en dan kunnen we wat scherpe kantjes wegvijlen en samen tot een ultieme staatshervorming komen, of ze verplichten ons naar een andere oplossing uit te kijken. In dat laatste geval hebben wij in onze N-VA statuten een stevig artikel 1 waarvan het dan tijd wordt dat we het in de praktijk omzetten. Het is ook ultiem en om heel eerlijk te zijn, het verleidt mij meer dan voortdurend een arrogante betutteling te moeten ondergaan. 

Dit artikel is een persoonlijke opinie van de schrijver en is geen officieel N-VA partijstandpunt.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is