Provincie moet beleid uitwerken voor recreatie en volkstuinen

Op 28 december 2015, over deze onderwerpen: Wonen en natuur

Ook in de provincieraad stond in december het debat over het budget voor 2016 op de agenda. Naast oog voor de ondernemers had Rik ook aandacht voor vrije tijd en groen in de omgeving.

 

Nood aan volkstuinen is een kans en een uitdaging 

Het aantal land- en tuinbouwbedrijven blijft dalen. Om hun inkomen op peil te houden moet een op de vier land- en tuinbouwbedrijven er wel een extra activiteit bijnemen. Zo zijn er in Vlaanderen bijvoorbeeld 405 zorgboerderijen en evenveel land- en tuinbouwbedrijven doen aan hoevetoerisme, 2133 doen aan hoeveverkoop en 805 bedrijven produceren energie om door te verkopen. Ondertussen stijgt de belangstelling voor lokale voedselproductie om zo de kloof tussen producent en consument te dichten.

‘Volgens een recente studie van de Universiteit Gent zijn 80% meer volkstuinen nodig in Oost-Vlaanderen. De grote nood aan volkstuinen in onze provincie is een kans en een uitdaging om hun zoektocht naar verbreding van de bedrijfsactiviteiten aan te vullen’, merkte Rik tijdens de raadszitting op.

 

Planologische problemen niet onoverkomelijk

De gedeputeerde stelde dat er planologische problemen zijn m.b.t. volkstuinen. Sommige volkstuinen zijn gelegen in woongebieden of in industriegebieden. In woongebieden of parkgebieden zijn constructies voor volkstuinen in principe vergunbaar maar andere bestemmingsgebieden (bv. industriegebied of landbouwgebied) zijn in hoofdzaak bestemd voor andere functies en dus kan men volkstuinen hier bijgevolg als zonevreemd aanzien. Het verhuren van serres of gronden voor volkstuinactiviteiten wordt bovendien niet beschouwd als landbouwactiviteit.

‘Hoewel er inderdaad planologische problemen zijn kan kleinschalige volkstuininfranstructuur ook in agrarisch gebied vergund worden als de algemene bestemming niet in het gedrang komt, het is belangrijk dat de deputatie een beleidsplan voor de volkstuinen uitwerkt’, besloot Rik zijn tussenkomst. 

 

Visie voor provinciale recreatiedomeinen

Een jaar na de overname van de gemeentelijke recreatiezones De Ster en De Brielmeersen is er nog geen duidelijke ontwikkelingsvisie en gaat men verder zonder een kijk op het geheel en een inzicht van de vrijetijds- en recreatiebehoeften in onze provincie anno 2016.

Voor het budget 2016 is er slechts sprake van integratie van De Ster en De Brielmeersen en een uitbreiding van het golfterrein in Wachtebeke. ‘Dat is beschamend mager’, vindt Rik.

Nochtans blijkt uit studies dat in Oost-Vlaanderen nood is aan 1650 hectare extra ruimte voor recreatie van de inwoners. Rik vraagt een provinciaal recreatieplan om daar naartoe te werken.

 

Onvoldoende budget om de Regionale Landschappen gebiedsdekkend te maken

De provincie biedt ondersteuning aan de Regionale Landschappen en de Bosgroepen in Oost-Vlaanderen. De Regionale Landschappen zijn geografisch afgebakend, maar op dit moment niet gebiedsdekkend omdat niet alle gemeenten zich aangesloten hebben bij een Regionaal Landschap. In Oost-Vlaanderen zijn er drie Regionale Landschappen: Regionaal Landschap Meetjesland, Regionaal Landschap Schelde- Durme en het Regionaal Landschap Vlaamse Ardennen. Samen dekken ze 55% van de provincie.

De provincie voorziet extra middelen om de Regionale Landschappen gebiedsdekkend te maken. Heel wat gemeenten zijn vandaag immers niet aangesloten bij een Regionaal Landschap.

'Het is een goede zaak dat er geen nieuwe Regionale Landschappen opgericht worden, maar dat men probeert de bestaande uit te breiden met gemeenten die nog niet aangesloten zijn', stelt provincieraadslid Rik De Vis.

De N-VA-fractie onderschrijft de doelstelling, maar vraagt zich af of een uitbreidingstoelage voldoende zal zijn om de Regionale Landschappen gebiedsdekkend te maken. De drie keer 10.000 euro die daarvoor in het budget is ingeschreven, lijkt ontoereikend.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is